Via de burgerbevraging in het kader van de Gemeente-Stadsmonitor van 2020 krijgen we onder meer zicht op het dominante vervoermiddel dat burgers gebruiken voor hun woon-werk- of woon-schoolverplaatsingen.
8 juni 2022
In de survey uit de Gemeente-Stadsmonitor van het Agentschap Binnenlands Bestuur van Vlaanderen werd er onder meer volgende vraag gesteld: “Met welk vervoermiddel leg je meestal het grootste deel van de afstand naar je werk, school of opleiding af? Als je bijvoorbeeld 500 meter wandelt naar de bushalte en dan 10 km op de bus zit, is het antwoord de bus.”
Op basis van de antwoorden op deze vraag werd berekend hoeveel procent van de bevraagde burgers te voet, per fiets, met openbaar vervoer, per auto of met een ander vervoermiddel meestal het grootste deel van de afstand naar werk of school aflegt. Dit geeft dus zicht op de procentuele verdeling van het dominante vervoermiddel voor woon-werk- en woon-schoolverkeer.
Omdat deze cijfers gebaseerd zijn op een burgerbevraging bij een steekproef uit de totale bevolking, is waakzaamheid geboden bij de interpretatie ervan. Elk cijfer is immers slechts een schatting voor het werkelijke cijfer in de volledige populatie. Hoe betrouwbaar die schatting is, zie je aan de grootte van het betrouwbaarheidsinterval van de cijfers in de databank (wanneer je verder klikt naar het eerste tabblad met de cijfers in de databank).
Drie kwart van de Limburgse bevraagden uit de burgerbevraging van 2020 - 74,8% om precies te zijn - geeft aan dat de auto het dominante vervoermiddel is voor de verplaatsingen woon-werk of woon-school. Dat is veruit het hoogst van alle Vlaamse provincies. Het laagst (best) scoort de provincie Antwerpen, waar de auto slechts voor 54,1% van de bevraagden het dominante woon-werk- of woon-schoolvervoermiddel is. In heel Vlaanderen geldt dat voor 60,5% van de bevraagden.
Wanneer de auto voor zoveel Limburgers het dominante woon-werk- of woon-schoolvervoermiddel is, dan gaat dat uiteraard ten koste van het dominant gebruik van de duurzamere vervoermiddelen fiets of openbaar vervoer. In 2020 gebruikt slechts 12,1% van de Limburgse bevraagden de fiets als dominant vervoermiddel, slechts 9,3% het openbaar vervoer. Dat is veruit het laagst van alle Vlaamse provincies. Hier scoort Antwerpen het hoogst (best) wat de fiets betreft (24,7%) en Vlaams-Brabant wat het openbaar vervoer betreft (21,3%). In heel Vlaanderen is de fiets het dominante vervoermiddel voor 18,8%, het openbaar vervoer voor 16,0%.