Kwartaalcijfers van de seizoenarbeid in de land- en tuinbouw leren dat Limburg samen met Antwerpen de kroon spant wat die seizoenarbeid betreft. Binnen Limburg is er vooral seizoenarbeid in fruitstreek Zuid-Limburg.
3 april 2023
Seizoenarbeider in de land- en tuinbouw is een specifieke werknemersklasse die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) geregistreerd wordt. Bij seizoenarbeid gaat het om korte arbeidsperiodes, hetzij door de seizoensgebonden aard van het werk, hetzij door de noodzaak van versterking voor ondernemingen tijdens bepaalde periodes van het jaar. De werkgever moet voor seizoenarbeiders het gemiddeld aantal uren per week en het wekelijkse aantal uren doorgeven aan de RSZ. Zo kan het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten berekend worden.
We bekijken de evolutie van de kwartaalcijfers in de periode 2015-2020. Per kwartaal gaat het om het gemiddeld aantal voltijdsequivalenten seizoenarbeid in de land- en tuinbouw.
In Limburg en Antwerpen is het gemiddeld aantal voltijdsequivalenten seizoenarbeid het hoogst. In Limburg uit zich dat in een hoge piek van seizoenarbeid in het derde kwartaal van elk jaar, in Antwerpen in hoge pieken in het tweede en derde kwartaal van elk jaar.
In het derde kwartaal van 2020 telden we in Limburg gemiddeld 6.026,7 voltijdsequivalenten seizoenarbeid, op het derde kwartaal van 2018 na (6.045,1 voltijdsequivalenten) het hoogste aantal in de periode 2015-2020. In Antwerpen zijn de kwartaalpieken lager, maar ze zijn gespreid over het tweede en derde kwartaal van elk jaar, met de hoogste piek in het tweede en derde kwartaal van 2020 (resp. 4.804,9 en 4.867,4 voltijdsequivalenten).
Als we kijken naar het derde kwartaal van 2020, springen binnen Limburg de fruitgemeenten bij uitstek Sint-Truiden en Borgloon eruit, met gemiddeld 1.647,3 en 1.077,2 voltijdsequivalenten seizoenarbeid. Nieuwerkerken, Alken, Herk-de-Stad en Heers volgen op verre afstand maar tellen gemiddeld ook nog meer dan 250 voltijdsequivalenten. Tussen 250 en 175 voltijdsequivalenten vinden we in Kortessem, Bilzen en Wellen. Het gaat hier uitsluitend om gemeenten uit de zuidelijke helft van Limburg, de fruitstreek van onze provincie.