Een interessante ruimtelijke statistiek is die van de oppervlakte voor bedrijvigheid. In Limburg nam die toe tussen 2009 en 2019, in absolute cijfers én als percentage van de bebouwde oppervlakte.
25 juni 2021
De oppervlakte voor bedrijvigheid is een onderdeel van de bebouwde oppervlakte. Het gaat om de oppervlakte van percelen met ambachts- en industriegebouwen, opslagruimten, kantoorgebouwen en gebouwen met handelsbestemming.
De bebouwde oppervlakte is de oppervlakte van percelen met gebouwen. Let wel: bebouwde percelen omvatten vaak ook een onbebouwd gedeelte, zoals een tuin, beperkte oppervlakten bouwland, weiland, …
Zowel de oppervlakte voor bedrijvigheid als de bebouwde oppervlakte nam toe tussen 2009 en 2019. In Limburg groeide de oppervlakte voor bedrijvigheid in deze periode van 6.501 hectare tot 7.221 hectare. Dat is een toename met 11,1%, veel sterker dan de toename van de oppervlakte voor bedrijvigheid in heel Vlaanderen (+5,3%). Ook in deze periode groeide de bebouwde oppervlakte in Limburg van 38.597 hectare tot 41.801 hectare. Dat is een stijging met 8,3%, vergelijkbaar met de stijging in heel Vlaanderen (+8,7%).
De stijging van de oppervlakte voor bedrijvigheid tussen 2009 en 2019 was in Limburg groter dan de stijging van de bebouwde oppervlakte, terwijl dat in heel Vlaanderen omgekeerd was. Dat maakt dat het percentage van de bebouwde oppervlakte gebruikt voor bedrijvigheid in Limburg steeg van 16,8% tot 17,3% en in Vlaanderen daalde van 16,3 tot 15,8%.
In 2019 was het percentage van de bebouwde oppervlakte gebruikt voor bedrijvigheid veel groter dan in heel Limburg in Genk (35,3%) en Tessenderlo (32,0%). In Lommel (22,8%), Bree (22,6%), Maasmechelen (21,9%), Dilsen-Stokkem (21,6%) en Pelt (21,3%) was dit hoger dan in heel Limburg.
In het kleine Herstappe (1,0%), Leopoldsburg (4,1%), Heers (4,9%), Voeren (5,0%) en Hechtel-Eksel (5,6%) lag het percentage oppervlakte voor bedrijvigheid in 2019 veel lager dan in heel Limburg.