Hoe zit het met het wagenbezit bij gezinnen? Cijfermatig krijgen we daar zicht op via deze indicator: het aantal wagens per 100 huishoudens. Wat blijkt? In Limburg is dit cijfer, ondanks een lichte daling in de laatste twee jaar, het hoogst van de vijf Vlaamse provincies.
31 januari 2023
Volgens gegevens van StatBel tellen we in 2021 in Limburg 125,9 wagens per 100 huishoudens. Dat is het hoogste cijfer van alle Vlaamse provincies. In heel Vlaanderen zijn er in dat jaar 113,6 wagens per 100 huishoudens. Samen met Limburg zit ook Vlaams-Brabant (120,6) daarboven. In de drie andere provincies is er minder wagenbezit: Oost-Vlaanderen (111,6), West-Vlaanderen (111,1) en Antwerpen (107,0).
Een mogelijke verklaring voor het hoge cijfer op het vlak van wagenbezit in Limburg is dat het openbaar vervoer binnen de provincie en vanuit de provincie naar elders minder goed is uitgebouwd dan in de rest van Vlaanderen.
Tussen 2017 en 2019 steeg het wagenbezit in Limburg licht (van 126,1 naar 126,7 wagens per 100 huishoudens), tussen 2019 en 2021 daalde het licht (van 126,7 naar 125,9 wagens per 100 huishoudens).
In As tellen we 141,5 wagens per 100 huishoudens. Dat is veel meer dan in heel Limburg. In maar liefst 25 gemeenten (verspreid over verschillende streken van de provincie) ligt het wagenbezit hoger dan in heel Limburg: tussen 130,6 wagens per 100 huishoudens in Ham en 138,0 wagens per 100 huishoudens in Oudsbergen.
In Hasselt (108,9) en Sint-Truiden (112,7) is het wagenbezit per 100 huishoudens veel lager dan in heel Limburg. In Tongeren (115,2), Leopoldsburg (117,6) en Genk (120,2) tellen we minder wagenbezit per 100 huishoudens dan in Limburg.