Hoeveel procent van de leerlingen secundair onderwijs die in een gemeente wonen, wijken voor het volgen van secundair onderwijs uit naar een andere gemeente dan hun woonplaats? Dat verschilt sterk van gemeente tot gemeente.
20 februari 2020
In elf Limburgse gemeenten is er geen aanbod secundair onderwijs. Alle jongeren uit deze gemeenten (lees: 100%) zijn dus genoodzaakt om voor het volgen van secundair onderwijs naar een andere gemeente dan hun woonplaats uit te wijken. Het gaat om jongeren uit de gemeenten Zutendaal, Wellen, Riemst, Nieuwerkerken, Heers, Ham, Halen, Gingelom, As, Alken en Herstappe.
Ook in zes andere gemeenten wijkt meer dan drie kwart van de leerlingen secundair onderwijs uit naar een andere gemeente om onderwijs te volgen. Het gaat om Hamont-Achel (75,3%), Kinrooi (83,6%), Hoeselt (84,9%), Bocholt (87,4%), Oudsbergen (95,4%) en Kortessem (97,0%). Dat heeft te maken met een eerder beperkt aanbod secundair onderwijs in deze gemeenten.
In Hasselt (18,9%) is de stroom van leerlingen secundair onderwijs naar een school in een andere gemeente het laagst. Ook in Sint-Truiden (19,3%), Tongeren (19,9%) en Genk (21,0%) schommelt dit aandeel rond de één op de vijf. In Herk-de-Stad (29,0%) en Lommel (29,5%) gaat het om iets minder dan drie op de tien. In deze zes gemeenten, op Lommel na gelegen in de zuidelijke helft van de provincie, loopt de grote meerderheid van de leerlingen secundair onderwijs dus school in de eigen gemeente.