Limburg scoort lager dan Vlaanderen als het op het gemiddeld netto belastbaar inkomen per gewijzigde verbruikseenheid aankomt. Dat is een nieuwe inkomensindicator in de databank.
6 april 2022
De fiscale statistieken vertrekken van het netto belastbaar inkomen op basis van de personenbelastingen. Ze geven een goede indicatie van het jaarlijkse inkomen van gezinnen. De meest recente fiscale statistieken hebben betrekking op de inkomens van 2019 (aanslagjaar 2020).
Vaak wordt gekeken naar het gemiddeld netto belastbaar inkomen per inwoner om in te schatten over welk inkomen mensen globaal beschikken. Deze indicator houdt echter geen rekening met de leeftijd van mensen, noch met de samenstelling van de gezinnen, terwijl deze wel relevant zijn. Zo kost het bijvoorbeeld niet vijf keer meer om een huis te verwarmen voor vijf personen dan voor één persoon. Niet elk gezinslid weegt met andere woorden even zwaar op het gezinsbudget. In de nieuwe indicator gemiddeld netto belastbaar inkomen per gewijzigde verbruikseenheid wordt het inkomen gewogen op basis van het aantal personen in het gezin, en kinderen krijgen een lager gewicht toegekend dan volwassenen. Deze indicator vormt daarom een meer accurate basis om de levensstandaard van gezinnen te benaderen.
In 2019 is het gemiddeld netto belastbaar inkomen per gewijzigde verbruikseenheid in Limburg 28.583 euro, in heel Vlaanderen ligt dat bijna 2.000 euro hoger (30.504 euro). Op tien jaar tijd steeg dit cijfer in Limburg met ruim 5.000 euro (komende van 23.081 euro in 2009), in heel Vlaanderen met bijna 6.000 euro (komende van 24.711 euro in 2009).
Als we kijken naar het gemiddeld netto belastbaar inkomen per gewijzigde verbruikseenheid in de Limburgse gemeenten in 2019, dan is dit gemiddeld inkomen veel hoger dan gemiddeld in Herk-de-Stad (31.399 euro), Lummen (31.398 euro) en Alken (31.276 euro). Liefst veertien gemeenten hebben een hoger gemiddeld inkomen dan in heel Limburg: Hasselt, Gingelom, Kortessem, Tessenderlo, Halen, Diepenbeek, Zonhoven, As, Zutendaal, Wellen, Nieuwerkerken, Hoeselt, Ham en Borgloon. Deze gemeenten met de hoogste gemiddelde inkomens situeren zich vooral in het zuidwesten van de provincie.
Veruit het laagste gemiddelde inkomen heeft Maasmechelen (24.701 euro). Ook lager dan gemiddeld is het inkomen in Houthalen-Helchteren, Hamont-Achel, Genk, Kinrooi, Bocholt, Dilsen-Stokkem, Leopoldsburg, Beringen, Bree en Maaseik. Hier gaat het om vier ex-mijngemeenten, Leopoldsburg plus gemeenten in het noordoosten van de provincie.