Hoe zit het met het residentieel aanbod in woonzorgcentra in Limburg? We kijken naar de evolutie van enkele kengetallen tussen 2011 en 2021.
7 mei 2021
Onlangs werden de cijfers van het residentieel aanbod van woonzorgcentra in de databank geactualiseerd voor het jaar 2021.
Als we kijken naar de evolutie van het aantal woongelegenheden of de capaciteit in Limburgse woonzorgcentra, dan zien we dat die groeide van 6.248 in 2011 tot 9.352 in 2020. In 2021 ligt de capaciteit dan opeens weer lager dan het jaar ervoor: 9.207 woongelegenheden.
Tussen 2011 en 2021 groeide de capaciteit van het aantal woongelegenheden in woonzorgcentra in Limburg met 47,4%, in Vlaanderen slechts met 22,1%.
De capaciteit van het aantal woongelegenheden in woonzorgcentra steeg dan wel sterker in Limburg dan in Vlaanderen tussen 2011 en 2021, maar Limburg heeft dan ook (vergeleken met Vlaanderen) een inhaalbeweging te maken op het vlak van de realisatiegraad. De realisatiegraad geeft weer wat het procentueel aandeel is van de gerealiseerde capaciteit t.o.v. het programmacijfer (beoogde capaciteit, afgaand op bevolkingsprognoses voor de komende vijf jaar).
In Vlaanderen bedroeg die realisatiegraad in 2011 al 76,7%, om erna wat te schommelen en vanaf 2016 jaarlijks licht te dalen, tot 73,1% in 2021. In Limburg ging de realisatiegraad tussen 2011 en 2016 van 59,9% naar 67,1%, het hoogste cijfer van de periode 2011-2021, om na 2016 weer te schommelen en uiteindelijk te dalen tot 63,7% in 2021. Qua realisatiegraad heeft Limburg dus wat van zijn achterstand t.o.v. Vlaanderen ingehaald, maar er is nog een hele weg te gaan.
In 2021 is de realisatiegraad in volgende Limburgse gemeenten hoger dan in heel Vlaanderen (73,1%): Halen (85,0%), Leopoldsburg (84,3%), Sint-Truiden (83,2%), Borgloon (83,0%), Genk (78,8%), Hasselt (77,7%), Lanaken (76,8%), Heusden-Zolder (76,3%), Tongeren (74,9%) en Herk-de-Stad (73,6%).
De vijf Limburgse gemeenten met de laagste realisatiegraad in 2021 (Herstappe buiten beschouwing gelaten) zijn Maasmechelen (22,1%), Tessenderlo (28,7%), Houthalen-Helchteren (38,6%), Alken (39,4%) en Heers (41,0%).