Hoeveel procent van de leerlingen basisonderwijs en secundair onderwijs ontvangt een schooltoelage/schooltoeslag? Deze cijfers geven - nu de schooltoelage hervormd werd tot een automatisch toegekende schooltoeslag - een veel betere indicatie van het aantal kinderen, opgroeiend in een gezin met een laag inkomen.
24 september 2021
Vanaf het schooljaar 2019-2020 werd de schooltoelage omgevormd tot schooltoeslag (of selectieve participatietoeslag), met andere toekenningsvoorwaarden en nu ook een automatische toekenning aan wie er recht op heeft. Dat maakt dat het percentage leerlingen met een toelage/toeslag van 2019 naar 2020 een serieuze sprong omhoog maakt. Tot 2019 moesten ouders de schooltoelage vaak zelf aanvragen, wat niet altijd gebeurde. De schooltoeslag wordt nu dus automatisch toegekend, waardoor deze cijfers ook een vollediger beeld geven van het aantal kinderen, opgroeiend in een gezin met een laag inkomen. De omvorming van de schooltoelage naar schooltoeslag maakt vergelijking van de cijfers van 2020 met de voorgaande jaren wel moeilijk.
Tussen 2010 en 2019 schommelde het percentage leerlingen met een schooltoelage in Limburg bij leerlingen basisonderwijs tussen 22,8% (2017) en 26,0% (2010), bij Limburgse leerlingen secundair onderwijs tussen 29,1% (2012) en 32,2% (2019). Voor beide onderwijsniveaus en voor alle jaren stellen we vast dat Limburgse leerlingen verhoudingsgewijs meer een schooltoelage hebben dan hun Vlaamse leeftijdsgenoten.
Tussen 2017 en 2019 ging dat procentueel aandeel leerlingen met een schooltoelage in Limburg al van jaar tot jaar omhoog: van 22,8% naar 25,1% bij leerlingen basisonderwijs en van 29,6% naar 32,2% bij leerlingen secundair onderwijs.
De grote sprong omhoog komt er in 2020, vanwege de omvorming van schooltoelage naar schooltoeslag. In 2020 ontvangt 39,8% van de Limburgse leerlingen basisonderwijs en 41,8% van de Limburgse leerlingen secundair onderwijs een schooltoeslag. Dit wijst erop dat om en bij de vier op tien Limburgse leerlingen in het leerplichtonderwijs opgroeit in een gezin met een laag inkomen. Bij Vlaamse leerlingen liggen de percentages wat lager: 38,1% in het basisonderwijs en 39,5% in het secundair onderwijs.
Zowel bij leerlingen basisonderwijs als bij leerlingen secundair onderwijs hebben Genk en Maasmechelen in 2020 een veel hoger percentage leerlingen met schooltoeslag dan Limburg. In Genk zijn de cijfers: 59,2% voor het basisonderwijs en 59,8% voor het secundair onderwijs. In Maasmechelen zijn de cijfers: 56,4% voor het basisonderwijs en 58,5% voor het secundair onderwijs.
In het basisonderwijs én in het secundair onderwijs scoren ook Houthalen-Helchteren, Leopoldsburg, Heusden-Zolder en Dilsen-Stokkem nog hoger dan gemiddeld qua percentage leerlingen met schooltoeslag. Tongeren scoort alleen hoger dan gemiddeld in het basisonderwijs, Beringen in het secundair onderwijs.