Limburg is de Vlaamse provincie met verhoudingsgewijs het meeste wijkgroen en de meeste inwoners die in de nabijheid van wijkgroen wonen. Binnen Limburg stellen we grote verschillen vast tussen de gemeenten.
21 oktober 2021
De nabijheid van groene ruimte is een belangrijke aanwijzing van de woon- en leefkwaliteit voor mensen. We kijken in dit verband naar twee indicatoren voor het jaar 2016, op basis van de gemeente- en stadsmonitor van Vlaanderen.
Als eerste indicator bekijken we het percentage van de totale oppervlakte, te catalogeren als wijkgroen. Onder wijkgroen verstaan we clusters van groene ruimte tussen 10 en 30 hectare groot. Tellen sowieso niet mee: privétuinen; groen op commerciële en industriële percelen; groen op kerkhoven, op golfterreinen, in zoo en attractieparken, op sportterreinen en op campings; groen op militaire domeinen. Ook landbouwgebied wordt uiteraard niet beschouwd als groene ruimte.
Als tweede indicator bekijken we het percentage van de inwoners, wonend op minder dan 800 meter van dat wijkgroen.
In Limburg is 34,5% van de oppervlakte wijkgroen. Daarmee scoort Limburg het hoogst van alle Vlaamse provincies. In West-Vlaanderen (7,6%) is het percentage wijkgroen het laagst, terwijl het in heel Vlaanderen 21,0% bedraagt.
Ook het percentage inwoners, wonend op minder dan 800 meter van wijkgroen, is in Limburg (82,1%) veruit het hoogst van alle Vlaamse provincies. Ook hier scoort West-Vlaanderen het laagst (43,3%), terwijl in heel Vlaanderen 66,9% van de inwoners in de nabijheid van wijkgroen woont.
Er is een groot verschil in de aanwezigheid van wijkgroen en de nabijheid van wijkgroen voor inwoners tussen de gemeenten onderling.
Het percentage van de totale oppervlakte, ingenomen door wijkgroen, is veel hoger dan in heel Limburg in As (72,6%), Zutendaal (61,9%) en Lummen (57,9%). In dertien andere gemeenten is het hoger dan in heel Limburg en varieert het tussen 52,1% en 41,8%. Het gaat om Heusden-Zolder, Zonhoven, Ham, Oudsbergen, Tessenderlo, Lommel, Dilsen-Stokkem, Genk, Beringen, Hamont-Achel, Lanaken, Maasmechelen en Houthalen-Helchteren.
In vijf gemeenten is het percentage van de totale oppervlakte, ingenomen door wijkgroen, veel lager dan in heel Limburg: het kleine Herstappe (0,0%), Gingelom (2,0%), Riemst (3,4%), Alken (11,8%) en Nieuwerkerken (12,5%).
In vijftien gemeenten is het percentage inwoners, wonend in de nabijheid van wijkgroen, hoger dan in heel Limburg. In acht van deze gemeenten is het zelfs 99% of meer: As (99,6%), Heusden-Zolder (99,6%), Zutendaal (99,6%), Oudsbergen (99,5%), Ham (99,4%), Lummen (99,1%), Houthalen-Helchteren (99,0%) en Hechtel-Eksel (99,0%). In de zeven andere gemeenten gaat het ook nog om meer dan 9 op de 10 inwoners: Beringen, Genk, Zonhoven, Diepenbeek, Hoeselt, Maasmechelen en Halen.
In vier gemeenten wonen procentueel veel minder inwoners in de nabijheid van wijkgroen dan gemiddeld: het kleine Herstappe (0,0%), Riemst (19,9%), Gingelom (40,7%) en Kinrooi (47,9%).
Bekijken we dit plaatje geografisch, dan zijn het vooral gemeenten in de buik van Limburg waar de grootste aanwezigheid van wijkgroen en de grootste nabijheid van wijkgroen voor inwoners is. In het noorden en zuiden van de provincie is groene ruimte doorgaans minder aanwezig en minder nabij voor inwoners, omdat in deze streken meer landbouwgebied is.