Hoe evolueert het aantal elektriciteitsklanten dat omwille van niet-betaling van energiekosten een budgetmeter heeft in Limburg? Tussen 2020 en 2021 is dit cijfer nog gedaald.
7 december 2021
Bij niet-betaling van de energiekosten mag een energieleverancier overgaan tot het plaatsen van een budgetmeter of stroombegrenzer bij de klant. Een budgetmeter laat toe het energieverbruik op te volgen via een systeem van voorafbetalingen. Het systeem werkt met een betaalkaart die de klant eerst voor een bepaald bedrag moet opladen. Cijfers over klanten met een budgetmeter zeggen iets over energie-armoede.
Tussen 2012 en 2020 daalde het aantal Limburgse klanten met een budgetmeter van jaar tot jaar: van 6.364 in 2012 tot 4.794 in 2020. Tussen 2020 en 2021 daalde dit nog sterk verder tot 4.046. Ook het aantal klanten met een budgetmeter per 1.000 klanten ging voor Limburg jaarlijks in dalende lijn: van 18,1 in 2012 tot 13,1 in 2020 en 10,9 in 2021. In Vlaanderen zien we ook een dalende trend, maar minder sterk dan in Limburg: van 16,4 in 2012 tot 13,8 in 2020 en 12,4 in 2021. Bovendien telde Limburg in 2012 verhoudingsgewijs nog meer klanten met een budgetmeter dan Vlaanderen en is dat al sinds 2016 omgekeerd. Limburg doet het dus beter dan heel Vlaanderen wat betreft de evolutie van het aandeel mensen met energie-armoede. In de periode 2012-2021 was het verschil met Vlaanderen in het voordeel van Limburg overigens nooit zo groot als in 2021.
Hoe is de situatie in de Limburgse gemeenten in 2021? In twee gemeenten ligt het aantal klanten met een budgetmeter per 1.000 elektriciteitsklanten veel hoger dan in heel Limburg: Genk (18,0) en Maasmechelen (17,6). Leopoldsburg (15,8), Tongeren (15,1), As (14,2), Houthalen-Helchteren (13,7), Heers (13,6) en Dilsen-Stokkem (13,3) tellen verhoudingsgewijs ook nog meer klanten met een budgetmeter dan heel Limburg.
Het kleine Herstappe buiten beschouwing gelaten, tellen Wellen (4,5), Kinrooi (5,3) en Lummen (5,4) veruit het laagste aandeel klanten met een budgetmeter.