Tussen 2000 en 2020 steeg het percentage inwoners van vreemde herkomst in Limburg sterk. Deze stijging is vooral toe te schrijven aan een groei van het percentage inwoners met herkomst van buiten de EU.
20 november 2020
Tussen 2000 en 2020 steeg het percentage inwoners van vreemde herkomst in Limburg van 17,9% tot 29,0%. In heel Vlaanderen ging het in dezelfde periode van 10,0% naar 23,2%. De stijging in Limburg was dus minder sterk dan die in heel Vlaanderen, maar in Limburg blijft het aandeel inwoners van vreemde herkomst wel hoger dan in Vlaanderen.
Kijken we naar de aanwezigheid van inwoners met een herkomst uit de EU en van buiten de EU, dan valt op dat de stijging in Limburg meer toe te schrijven is aan een groei van de laatste groep. Het procentueel aandeel van inwoners met een EU-herkomst steeg in Limburg van 11,6% naar 15,9% tussen 2000 en 2020, terwijl het percentage inwoners van buiten de EU meer dan verdubbelde (van 6,3% naar 13,1%). In heel Vlaanderen zien we in dezelfde periode bijna een verdubbeling van het aandeel inwoners uit de EU (van 5,1% naar 9,5%) en bijna een verdriedubbeling van het percentage inwoners van buiten de EU (van 4,9% naar 13,7%).
In 2020 zijn inwoners met een herkomst uit de EU procentueel (veel) meer vertegenwoordigd dan in heel Limburg in grensgemeenten met de Nederlandse grens (Hamont-Achel, Voeren, Lanaken, Maasmechelen, Kinrooi, Riemst, Dilsen-Stokkem, Pelt, Maaseik en Lommel) en in de gemeenten Genk en Houthalen-Helchteren.
Inwoners met een herkomst van buiten de EU zijn procentueel (veel) meer vertegenwoordigd dan in heel Limburg in de vijf ex-mijngemeenten (Genk, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Beringen en Maasmechelen) plus in Leopoldsburg.