Een ogenblik geduld a.u.b.

CIJFER VAN DE WEEK // Hoe zit het met de uitgaande pendelintensiteit van Limburgse loontrekkenden?

door Koen Snyers

Hoeveel procent van de loontrekkenden moet voor de uitoefening van zijn/haar job uitwijken naar een andere gemeente dan de woongemeente? We bekijken de cijfers van 2018 per Limburgse gemeente.

5 februari 2021

Uitgaande pendelintensiteit?

Wat is de uitgaande pendelintensiteit precies? Ze wijst op de mate waarin inwoners hun woongemeente verlaten om in een andere gemeente te gaan werken. Vertrekpunt daarbij is de woonplaats van de loontrekkende en een telling van het aantal loontrekkende inwoners dat werkt in een andere gemeente. De uitgaande pendel wordt berekend als percentage ten opzichte van de groep loontrekkende inwoners van de woongemeente.

We doen hiervoor een beroep op cijfers van 2018 uit de Vlaamse Arbeidsrekening van het Steunpunt Werk. Ter info: deze pendelstatistieken betreffen alleen de tewerkstelling van loontrekkenden, omdat statistieken voor zelfstandigen geen onderscheid maken tussen woon- en werkplaats.

Hasselt en Genk hebben de laagste uitgaande pendelintensiteit

Uiteraard zijn het Genk (54,9%) en Hasselt (55,2%) die als centrumsteden de laagste uitgaande pendelintensiteit hadden in 2018. Net als in Sint-Truiden (57,4%), Lommel (62,2%), Tongeren (63,8%) en Pelt (64,3%) was de uitgaande pendelintensiteit er in dat jaar veel lager dan gemiddeld.

Het kleine Herstappe (97,5%) buiten beschouwing gelaten is het de gemeente Kortessem (90,7%) die de hoogste uitgaande pendelintensiteit had in 2018, gevolgd door Nieuwerkerken (90,3%), As (89,9%), Heers (89,4%), Hechtel-Eksel (89,4%), Ham (87,9%) en Zutendaal (87,4%). Al deze gemeenten scoren hoger dan gemiddeld. 

Check het cijfer van de week in de databank